Ministerie komt er na vier jaar achter: ambtenaar blijkt voor 32 uur per week tweede baan te hebben

‘Jarenlang heeft ze de waarheid achtergehouden’, stelt de kantonrechter. De vrouw uit Den Haag was al sinds 1990 in dienst bij de overheid. Op het ministerie van Buitenlandse Zaken vervulde ze sindsdien verschillende functies, waarvan managementondersteuner de meest recente was.

Sinds begin december raakte ze volledig arbeidsongeschikt, maar bij haar terugkeer op 7 februari van dit jaar bleek er toch iets niet helemaal in de haak. Het ministerie had op 8 februari namelijk vernomen dat de vrouw ook werkzaam was bij Netherlands House for Education and Research (ER), een Nederlands kenniscentrum in Brussel dat zich focust op Europees beleid.

Diezelfde dag nam haar leidinggevende telefonisch contact op met de vermeende tweede werkgever. De telefoon werd verrassend genoeg opgenomen door de vrouw zelf. Een dag later volgde ‘tot nader order’ een schorsing als ambtenaar op het ministerie in Den Haag.

Dat blijkt even later ver van de waarheid te liggen. De vrouw was al sinds december 2019 voor 32 uur per week in vaste dienst bij Netherlands ER. Dat terwijl ze bij het ministerie voor 28 uur per week op de loonlijst stond. Extra saillant is dat de vrouw ook in Brussel is blijven werken terwijl zij bij het ministerie (volledig) was ziek gemeld.

De vrouw bood na de schorsingsbrief van het ministerie nog haar excuses aan, maar dat mocht niet meer baten. Het leverde haar een ontslag op staande voet op. Daarop stapte ze naar de rechter, blijkt uit de vrijdag gepubliceerde uitspraak. De vrouw erkent dat zij geen melding heeft gedaan van haar werkzaamheden in Brussel en daar ook door heeft gewerkt tijdens haar ziekmelding in Den Haag. Maar daarnaast speelt er meer, stelt ze.

De vertrokken ambtenaar is van mening dat het ontslag buitenproportioneel is, vanwege haar persoonlijke omstandigheden. Ze zegt dat haar werkzaamheden op de afdeling toch al zouden stoppen en dat ze een ‘lange en onberispelijke staat van dienst’ heeft. En ook dreigt ze door het ontslag uit haar schuldsaneringstraject bij de gemeente Den Haag worden gezet.

In de zaak eist ze in eerste instantie haar baan en achterstallige salaris terug. Maar als dat niet wordt goedgekeurd, wil ze een vergoeding van zo’n 32.500 euro, om de tijd te overbruggen voor een nieuwe baan.

Het ministerie stelt echter dat de vrouw zeer laakbaar heeft gehandeld door haar nevenwerkzaamheden niet te melden en de kantonrechter gaat daarin mee. Het moest voor de werkneemster duidelijk zijn dat het ministerie er nooit akkoord mee zou gaan dat ze voor 32 uur een tweede baan had.

De vrouw heeft ervoor gekozen om haar verborgen werk niet te melden, ook niet aan de bedrijfsarts. Ook nadat het ministerie erachter kwam, heeft ze geen volledige openheid van zaken willen geven. Dat alles maakt het ontslag op staande voet terecht, oordeelde de kantonrechter afgelopen donderdag bij de uitspraak.

Daarnaast blijkt dat de vrouw haar tweede baan ook niet had gemeld bij de gemeente Den Haag voor haar schuldsaneringstraject. ‘Zij is ook ten opzichte van de schuldeisers – met wie in het kader van de schuldsanering een regeling is getroffen – niet eerlijk geweest over haar tweede dienstbetrekking’, klinkt het in het oordeel.

De vrouw kan dus fluiten naar haar geëiste ontslagvergoeding. En daarnaast mag zij de kosten voor de rechtszaak, zo’n 1000 euro, ook voor haar rekening nemen.