Met het overlijden van staatsman Wim Kok sterft een van de weinige politici die het predikaat ‘premier van alle Nederlanders’ kon dragen. Hij was minister in drie kabinetten, waarvan er twee zijn naam droegen. Dat waren de historisch bijzondere coalities zonder het CDA, de paarse kabinetten.
De levenslijn van Wim Kok loopt parallel aan de wederopbouw van de Nederlandse samenleving na de oorlog, de opbloei van de welvaartsstaat en de daaruit voortvloeiende excessen die moesten worden hersteld.
Het groot ontzag voor autoriteit dat zijn ouders hadden heeft Kok nooit gevoeld. Kok was trots op zijn afkomst uit de arbeidersklasse, maar heeft dat nooit uitgevent. Zijn vader vond het niet leuk dat hij op Nijenrode ging studeren. In zijn eerste baan na die studie verkocht hij telefonisch sperziebonen.
Onwennig
Kort daarop werkte hij als beleidsmedewerker van de Bouwbond van de FNV, daar lag zijn hart veel meer. Van daaruit raakte Kok steeds politiek betrokkener. Hij werd FNV-voorzitter van 1976 tot 1985. Daarop stapte hij over uit de FNV en nam in 1986 de voorzittershamer over van Joop den Uyl. Daar werd hij onwennig oppositieleider tegen het tweede CDA/VVD-kabinet Lubbers.
In het boek Met Kok schrijven de auteurs dat Kok altijd een eenling bleef, hij was nooit van de gestampte pot. ,,Op het eerste gezicht leek Kok op verschillende plaatsen wel bij het meubilair te passen en nam hij een schutkleur aan – lange haren in de vakbeweging, grijze pakken als minister – maar hij hield telkens iets eigenzinnigs dat hem apart zette.’’
Achter de schermen maakte Kok kennis met premier Ruud Lubbers. CDA-coryfee Jan de Koning en Bram Peper waren daarbij. Onderling tastten zij af of een CDA/PvdA-kabinet mogelijk was. Kok was van dezelfde generatie als oud-premier Ruud Lubbers (1939) en koningin Beatrix (1938) en bepaalde samen met hen het politieke gezicht van Nederland van de jaren tachtig en negentig in de vorige eeuw.
Transformatie
Kok transformeerde de PvdA onder zijn politiek leiderschap van 1986 tot 2002 van een eeuwige oppositiepartij naar een partij die regeringsverantwoordelijkheid droeg en grote hervormingen in de verzorgingsstaat doorvoerde. ,,Het afschudden van ideologische veren is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem, maar ook een bevredigende ervaring’’, zei Kok in 1995 na een jaar premierschap. Hij maakte van de PvdA een constructieve sociaal-democratische partij, die met alle grote partijen kon regeren.
Het bevrijdende gevoel manifesteerde zich nog niet toen hij in 1989 minister van Financiën werd in het derde kabinet-Lubbers. Daar leerde hij als minister alle departementen kennen. Kok ervoer in 1991 een enorm drama in de WAO-crisis, toen hij moest ingrijpen in de Wet op de Arbeidsongeschiktheid.
De PvdA ontplofte bijna, leden liepen bij honderden weg, een grotere identiteitscrisis had de sociaal-democratie niet gekend. Kok verloor de greep en was een instorting nabij. Hij overwoog te stoppen als vice-premier. Later zei Kok over de WAO-crisis: ,,Als je radeloos bent, speelt dat niet alleen in je hoofd. Het speelt in je hele lijf. Je kunt er niet meer van slapen.’’ Toch kreeg hij na dat besluit een ruim mandaat van zijn eigen PvdA-congres.
De ‘sociale kwestie’ was evengoed een onderwerp waarover premier Kok in Kamerdebatten geëmotioneerd kon raken als hij werd aangevallen. Toch groeide hij na de WAO-crisis in zijn rol als politicus.
Kabinet zonder CDA
Na een spannende kabinetsformatie in 1994 had de PvdA weliswaar flink verloren, maar niet zo fors als het CDA. Die uitslag en publieke onmin in de CDA-top schiepen de mogelijkheid om met VVD en D66 het eerste paarse kabinet te smeden. Ook weer achter de schermen sprak hij bij VVD-politicus Frank de Grave thuis met VVD-leider Frits Bolkestein. Kok durfde het aan.
Het werd ‘een doodgewoon kabinet’ zoals Kok er zelf over zei. Maar dat was het niet. Kok wilde de CDA’ers niet schofferen en de verwachtingen temperen. Er ontstond na de jaren tachtig weer economische voorspoed. Kok werd daarvoor beloond met zijn tweede kabinet.
In zijn stijl als minister-president was Kok een ouderwetse bestuurder. Ministers moesten hun problemen zelf oplossen, vond hij. Als er twee ministers bij hem kwamen omdat ze er niet uitkwamen, was Kok korzelig. Hij zat er niet bovenop.
Dat was anders in 2001, toen Kok bekwaam een crisis in het Koninklijk Huis afwendde. Hij wist de omstreden schoonvader Zorreguieta weg te houden bij de bruiloft. Die was immers staatssecretaris geweest in het bloedige regime Videla. Dat vergde veel intensieve en emotionele gesprekken met hoofdrolspelers Willem-Alexander en Máxima. Op de achtergrond stuurde hij minister van Staat Max van der Stoel naar Sao Paulo om Jorge Zorreguieta te weerhouden van zijn komst.
Drama
Een drama wat door Kok als het grootst onder zijn premierschap is ervaren, was de val van Srebrenica. Onder Koks verantwoordelijkheid werden vierhonderd Nederlandse VN-militairen naar Srebrenica gestuurd. De enclave viel in de zomer van 1995. De licht bewapende Nederlanders konden geen verzet bieden tegen de Bosnische Serviërs en werden niet gesteund door VN-luchtmacht. Onder hun ogen scheidden de Bosnische Serviërs mannen van vrouwen. De ruim 7000 mannen werden weggevoerd en vermoord. ,,Het is een open wond die nooit dichtgaat’’, zei Kok daarover jaren later.
Zijn tweede paarse kabinet trad een paar maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen af na het verschijnen van het NIOD-rapport. Daarin werd vastgesteld dat de Nederlandse strategie en het mandaat onduidelijk waren. Kok vond Nederland medeverantwoordelijk, maar niet schuldig aan de grootste genocide op Europees grondgebied na de Tweede Wereldoorlog.
11 september en Pim Fortuyn
Een jaar voor de verkiezingen van 2002 maakte Kok bekend dat Ad Melkert zijn opvolger zou worden. Een maand later boorden zich twee vliegtuigen in de Twin Towers. In het najaar van 2001 kwam Pim Fortuyn op, die het establishment aan de kant leek te vegen. Met zijn boek De puinhopen van paars maakte Fortuyn korte metten met de gevestigde orde. Het volk kreeg het idee dat er eindelijk iemand opkwam die hun taal sprak en hun problemen begreep na politiek correct regentesk bestuur van decennia, waarin problemen met allochtonen nauwelijks bespreekbaar waren.
Tegen die achtergrond was het tragisch dat Kok zijn afscheid had aangekondigd. Hij zou na de aanslag op de Twin Towers zijn gebleven als hij zijn opvolger niet al had aangewezen. Dan zou Kok zich in de verkiezingsstrijd hebben gemengd om de erfenis veilig te stellen.
Na zijn premierschap zou Kok uit eigen kring nog een aantal keren de wind van voren krijgen. Kok maakte zich kwetsbaar omdat hij als premier zelf tekeer ging tegen topmannen die zich te buiten gingen aan ‘exorbitante zelfverrijking’. Als commissaris stemde Kok in met bonussen bij PostNL, ING, KLM en China Construction Bank.