‘Zeer waarschijnlijk’ zijn 1,7 miljoen Nederlanders vanwege een doorgemaakte besmetting immuun voor het coronavirus. Toch worden zij niet overgeslagen in de vaccinatiestrategie. Terecht, menen experts.
Wereldwijd zijn bijna 70 miljoen mensen besmet met het coronavirus, maar het aantal bekende herbesmettingen betreft ‘enkele tientallen’, zegt hoogleraar immunologie Marjolein van Egmond van Amsterdam UMC. “Herbesmetting is de uitzondering, niet de regel.”
Veel herbesmettingen lijken terug te voeren op mensen die al problemen hadden met hun immuunsysteem. En niet elke herinfectie verdient die naam, zegt Van Egmond. Neem de 33-jarige inwoner van Hongkong uit de wetenschappelijke literatuur. Hij werd ziek in april en testte in augustus opnieuw positief. Groot nieuws: herinfectie is mogelijk. “Maar bij de tweede infectie had die man geen enkel ziektesymptoom,” zegt Van Egmond. “Door die eerste besmetting neutraliseerde het immuunsysteem het virus. Dat was geen herinfectie, maar een immuunrespons uit het boekje.”
Natuurlijke immuniteit
De immuniteit voor ongevaarlijke andere coronavirussen die slechts verkoudheidsklachten geven, duurt minimaal één, twee jaar, aldus Van Egmond. Aangezien de eerste besmetting van het coronavirus in Nederland nog geen jaar geleden werd vastgesteld, is het een logische vraag waarom de vaccinatiestrategie geen rekening houdt met de natuurlijke immuniteit. De vaccins zijn – voorlopig – immers schaars.
Zo zou Pfizer eind december een miljoen doses leveren, maar dat worden er vanwege problemen een half miljoen, begin januari. Dat biedt 250.000 mensen bescherming – iedereen krijgt twee inentingen. Dat is niet genoeg voor de 269.000 medewerkers van verpleeghuizen die als eerste aan de beurt zijn.
Van die 269.000 heeft echter een deel al natuurlijke immuniteit. Hoeveel is onbekend. Maar van de 1,3 miljoen zorgmedewerkers werden er tot dinsdag 71.324 coronapositief getest, aldus RIVM-cijfers.
Als je de positief geteste verpleeghuismedewerkers in eerste instantie overslaat, komt de tweede prioriteitsgroep eerder aan bod: de 178.000 medewerkers in de gehandicaptenzorg, van wie ook al een deel immuun is. Door hen over te slaan zijn de 166.000 thuiszorgmedewerkers eerder aan de beurt, van wie een deel ook al is beschermd. Zo kunnen de verpleeghuisbewoners de prikken eerder krijgen. Enzovoort.
Onvrede
Van Egmond denkt echter dat een rol van de natuurlijke immuniteit bij de vaccinatiestrategie kan leiden tot onvrede bij zorgmedewerkers of verpleeghuisbewoners. Dat het kabinet geen rekening houdt met natuurlijke immuniteit, begrijpt ze. “We weten niet helemaal zeker hoe het werkt, daarvoor kennen we het virus te kort.”
Hoogleraar immunologie Huub Savelkoul (Universiteit Wageningen) wijst erop dat we bij het coronavirus niet weten welke hoeveelheid antistoffen exact nodig is voor immuniteit. “Als je dat weet, kun je via metingen in het bloed vaststellen of iemand voldoende bescherming heeft en dus mee zou moeten doen met het vaccinatieprogramma.” Hoewel ook Savelkoul erkent dat snelle herbesmetting zeer onwaarschijnlijk is, vindt hij het verstandiger dat mensen met een positieve coronatest gewoon meedoen met het vaccinatieprogramma.
Daar sluit Hans Zaaijer zich bij aan. De hoogleraar infectieziekten en hoofd van de afdeling bloedoverdraagbare infectieziekten van bloedbank Sanquin schetst een praktisch probleem: veel mensen hebben antistoffen zonder het te weten. Zeker in het begin testte de GGD nauwelijks op corona. Van alle bloeddonoren heeft 10 procent antistoffen. Omgerekend betreft dat 1,7 miljoen Nederlanders. “Om die groep in beeld te krijgen, moet je bij heel veel mensen bloed afnemen,” zegt Zaaijer. “Dat gaat ten koste van de snelheid van het vaccinatieprogramma zelf.”
Medisch ethicus Suzanne Metselaar (Amsterdam UMC) acht het evenmin wenselijk mensen met een doorgemaakte besmetting uit te sluiten van snelle vaccinatie. “De kans op herbesmetting is niet nihil.”
Wel vermoedt ze dat sommigen vanwege een eerdere infectie afzien van vaccinatie. “In dat geval is het hun eigen keuze, niet die van de overheid. Door de afweging bij mensen zelf te leggen, behouden ze hun autonomie.”
Pfizervaccin op komst
Uiterlijk in de eerste week van januari verwacht Nederland de eerste Pfizervaccins tegen corona. Het gaat om een zending van 507.000 doses. Waar minister Hugo de Jonge eerder zei dat als alles meezit de vaccinaties in de week van 4 januari beginnen, houdt hij het nu op ‘zo vroeg als mogelijk in januari’. In de loop van die maand volgen nog eens 52.000 vaccins, in februari een leverantie van 768.000 en in maart één van 876.000. Zonder kink in de kabel komt volgt volgens De Jonge ‘mogelijk al in januari’ ook een eerste levering van farmaceut Moderna, 390.000 doses groot. Net als bij Pfizer moeten mensen hiermee binnen enkele weken twee keer worden ingeënt. Nederland neemt tot en met het derde kwartaal van 2021 8,4 miljoen Pfizervaccins af, 600.000 meer dan eerder gemeld. Bij Moderna zijn 6,2 miljoen vaccins besteld, twee keer zoveel als bekend was. De laatste leverantie is eind 2021. (Bas Soetenhorst)