Spanje wil met een keiharde aanpak het coronavirus de komende winter onder controle krijgen. De ministerraad besloot zondag om voor het hele land, behalve de Canarische eilanden, een avondklok in te stellen die, als het aan de regering ligt, tot 9 mei volgend jaar duurt. Dat betekent dat de mensen in Spanje ruim zes maanden lang de straat niet op zouden mogen tussen 23.00 en 6.00 uur, behalve voor werk. Ook mogen niet meer dan zes mensen bij elkaar komen.
De avondklok is de belangrijkste maatregel van de nieuwe noodtoestand die premier Pedro Sánchez afkondigde. Veel deelstaten hadden daarom gevraagd, nu de coronabesmettingen in sommige regio’s de laatste dagen weer flink stijgen. De zeventien autonome regioregeringen kunnen, behalve de landelijke avondklok, wel zelf aparte maatregelen nemen en bijvoorbeeld een lockdown instellen voor bepaalde dorpen of steden. Ook kunnen ze de avondklok een uur eerder of later laten beginnen of eindigen.
Zes maanden
,,De deskundigen hebben ons gezegd dat we zes maanden nodig hebben voor de meest schadelijke periode van het virus voorbij is”, zei Sánchez op een persconferentie na de ministerraad. ,,Dit is een staatskwestie”, voegde hij toe, en hij vroeg de rest van de partijen om zijn minderheidsregering hierin te steunen. Het parlement kan elke twee weken stemmen voor een verlenging van de noodtoestand.
Spanje heeft inmiddels meer dan 1 miljoen besmettingen, inclusief de bijna 20.000 die daar zondag bijkwamen, en 34.752 coronadoden. De besmettingsgraad in het hele land bedraagt 361 personen per 100.000 inwoners in de laatste twee weken, maar er zijn grote regionale verschillen.