REPORTAGEVeel verpleeghuizen hadden het zwaar tijdens de eerste uitbraken van corona. Voor de 23 instellingen van Thebe, in hartje Brabant, was de schade minder groot. Tot nu toe overleden er dit jaar zelfs minder bewoners dan normaal. Angst voor de tweede golf is er nauwelijks. ,,We worden hier toch goed verzorgd?’’
In Hagedonk zijn tot nu toe ‘slechts’ twee bewoners positief getest op corona, aan het begin van de pandemie, in maart. Beide mannen overleefden het niet. Verdrietige verhalen. Een van hen was vijftien jaar lang de buurman van mevrouw Akkermans, ze deden samen met de krant. ,,Zijn enige zoon lag zelf met corona op de ic. Toen hij wakker werd, hoorde hij dat zijn vader was overleden.’’ De dochter van het andere coronaslachtoffer mocht aanvankelijk niet bij haar doodzieke vader. Uiteindelijk kon ze toch afscheid nemen, in beschermende kleding. Bij de begrafenisceremonie waren maar vijf mensen. Wegens het bezoekverbod mocht de weduwe van de man, die ook in het verpleeghuis woont, de weken daarna niemand ontvangen. Intens triest.
Rottijd
Het was een rottijd, daar is iedereen in Hagedonk het over eens. Mevrouw Akkermans moest er vorige week vaak aan terugdenken. Toen zat ze twee dagen in isolatie omdat ze verkouden was. Dat was helemaal niks. Niet naar buiten mogen, niemand zien, behalve de verpleging. ,,Het personeel komt dan helemaal ingepakt binnen. Ze brengen je eten op een karretje, je mag niet naar het restaurant. Niet sjoelen, niet rummikuppen, niet naar geheugengym. De kinderen mochten niet langskomen. Dan gaat de tijd langzaam, hoor. De tv heeft hele dagen aangestaan, dat gebeurt normaal nooit.’’
Vandaag heeft mevrouw Akkermans goede zin. De test was negatief, dus ze mag naar de sjoelmiddag. In het restaurant staan de stoelen in een kring om de sjoelbakken, keurig 1,5 meter uit elkaar, tot enig ongenoegen van de bewoners (‘we zijn allemaal half doof, je verstaat elkaar niet. Het is er niet gezelliger op geworden’). De vrijwilligers die de sjoelschijven aangeven, dragen plastic handschoentjes. De bewoners niet. Mondkapjes draagt niemand, hoewel het aantal coronabesmettingen ook in verpleeghuizen weer oploopt en zowel personeel als bezoek in verpleeg- huizen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag sinds deze week preventief een medisch mondkapje op moet. ,,Als het verplicht wordt, zullen wij dat natuurlijk ook doen. Maar zo lang het kan, kiezen we voor gezond verstand: thuisblijven bij klachten, afstand houden, handen wassen. Bewoners met dementie raken in de war van mondkapjes. Ze herkennen vertrouwde gezichten niet meer’’, verklaart manager Petra van den Bunder van Hagedonk, dat deel uitmaakt van de Brabantse zorgorganisatie Thebe.
Thebe, met 23 woonzorgcentra in de regio Tilburg en Breda, kreeg begin maart als eerste in het land te maken met een corona-besmetting. Dat was bij Guldenakker in Goirle, het verpleeghuis dat onlangs onder vuur werd genomen door actieclub Viruswaarheid nadat het de deuren sloot na nieuwe coronabesmettingen.
Het eerste geval, vlak na carnaval, was de opmaat tot een stille ramp. Veel verpleegtehuizen bleken niet voorbereid op het gemene virus. In totaal raakten tot nu toe meer dan 12.000 bewoners van verpleeghuizen besmet, van wie er meer dan 2000 overleden.
Hoewel de ziekenhuizen in Tilburg en Breda snel vol lagen met coronapatiënten, bleef het aantal besmettingen in Thebe’s verpleeghuizen beperkt tot 50, van wie er 29 overleden. In geen enkel verpleeghuis van de organisatie kwam het tot een grote uitbraak; het maximum per locatie staat op vier besmettingen. Vergeleken met voorgaande jaren is er tot nu toe zelfs sprake van ondersterfte, vermoedelijk door alle hygiënemaatregelen.
Alarmbellen
Terwijl corona voor de meeste Nederlanders begin maart nog betrekkelijk ver weg leek, gingen bij Thebe meteen alle alarmbellen af. Vanuit de overheid was nog geen enkele informatie beschikbaar voor verpleeghuizen. Het crisisteam van de zorginstelling besloot daarom haar eigen norovirusprotocol in werking te stellen: zodra er een verdenking van corona was, werd de patiënt op zijn eigen kamer geïsoleerd. Personeel mocht alleen naar binnen met beschermende kleding. Stad en land werd afgebeld voor medische mondmaskers.
In Hagedonk is nooit een tekort aan beschermende kleding geweest, zeggen medewerkers. Van den Bunder: ,,Het was harken, maar het scheelde dat wij onze voorraden aan het begin van de uitbraak ruim op orde hadden. Ik weet niet of dat bij andere zorgorganisaties ook zo was. Zodra wij vrij waren van besmettingen, kon ik materiaal aanbieden aan onze andere locaties.’’
Desondanks raakte een aantal medewerkers van Hagedonk besmet. Verpleegkundige Marisa van Batenburg is een van hen. Ze is nooit getest, maar had alle symptomen. En een duidelijke bron: ze had een coronapatiënt verzorgd vlak voor hij besmet bleek. Ze werd flink ziek, was vijf weken uit de running. En nog steeds is ze niet helemaal de oude. Ze kampt nog regelmatig met vermoeidheid en een concentratiestoornis.
Bang
Toch is ze niet extreem ongerust nu de tweede golf op Nederland afrolt. ,,Natuurlijk ben ik weleens bang of onzeker als ik naar een patiënt moet die in isolatie zit. Heb ik me goed aangekleed, ben ik beschermd? Maar voor mijn gevoel gaan we een andere tijd in. We hebben al zo veel kennis opgedaan. Dit voorjaar werden we gek van alle onzekerheid.’’
Hoe ze de boel draaiende kunnen houden, dat is de grootste zorg van verpleegkundige Annie Jochems. ,,We moeten nu al vaak allemaal een paar uur bijspringen om diensten op te vullen van collega’s die thuiszitten. Normaal meld je je niet ziek bij een kuchje, nu moet dat.’’ Haar herinneringen aan het slopende voorjaar zijn nog vers. Met haar dochter, die op de afdeling in het Amphia ziekenhuis werkte waar coronapatiënten werden verpleegd, ging ze na het werk vaak wandelen om de indringende ervaringen van zich af te praten. ,,Met een touwtje van 1,5 meter tussen ons in, zodat we zeker genoeg afstand hielden. Mensen keken raar op, maar wij voelden een zware verantwoordelijkheid om geen corona op te lopen. Nog steeds.’’
Toch kijken de zorgmedewerkers ook met positieve gevoelens terug op de eerste coronagolf. Jochems: ,,Qua ziekte was het een rottijd, maar het heeft ook veel verbinding gebracht. We deden het echt samen.’’ Niet alleen met het personeel. Het dorp, een hechte gemeenschap die na carnaval een zware coronabrandhaard bleek, toonde zich van zijn beste kant. De bewoners en medewerkers van Hagedonk werden overladen met kaartjes, bloemen, fruit en gebak. Een stortvloed aan initiatieven kwam los. Er kwam een babbelbox waar bewoners achter een spatscherm familie konden ontvangen, een concert in de binnentuin, bingo op de balustrade. Een poffertjeskraam bezorgde via een liftje poffertjes op elk balkon. Vrijwilligers belden met bewoners die aangaven zich eenzaam te voelen.
Ook mevrouw Akkermans heeft iets positiefs overgehouden aan het vervelende bezoekverbod. Uit haar handtasje pakt ze een glimmende smartphone. Die hebben haar kinderen voor haar gekocht zodat ze kunnen beeldbellen, vertelt ze trots. ,,Toch leuker’’, constateert ze. ,,Gisteren belde mijn dochter weer. Nu kan ik haar ook zien. Ze sturen filmpjes van de achterkleinkinderen.’’ Voor bewoners die geen smartphone of computer hebben, kwamen er twee iPads.
Rust
Dat minder familie op bezoek mocht komen pakte voor het verpleeghuis als geheel opmerkelijk genoeg juist goed uit. Vooral in de woongroepen, waar mensen met zware dementie wonen, gaf het rust dat er niet voortdurend bezoek in en uit liep. ,,Bij familie- leden zagen we veel angst. Ze waren heel bang dat hun vader of moeder hen niet meer zou herkennen, of zou overlijden zonder dat ze elkaar nog zouden zien. Niemand had aanvankelijk enig idee hoe lang het bezoekverbod zou duren. Maar in de woongroepen zagen we echt meer rust ontstaan’’, zegt Van den Bunder.
,,Sommige mensen zijn nog uren onrustig als het bezoek weer weggaat, ze willen dan naar huis of gaan hun echtgenoot zoeken. Ook zagen we minder onbegrepen gedrag, zoals plotseling boos worden of de drang om continu rond te lopen.’’ Onderzoekers van het Amsterdam UMC constateerden vorige week eveneens dat bewoners van verpleeghuizen niet onder de lockdown hebben geleden. Dat verklaarden ze onder meer door de rust, de goede sfeer die het personeel wist te creëren en het digitale contact met familie en vrienden dat sterk toenam.
Gezond verstand
Bij Hagedonk kneep het personeel weleens een oogje toe als een bewoner toch stiekem naar buiten liep om een wandelingetje te maken of op een bankje op het naastgelegen kerkhof familie te ontmoeten. ,,Als iemand heel onrustig of verdrietig wordt van binnen zitten, gebruik ik mijn gezond verstand’’, zegt Van den Bunder. Uiteindelijk is in Hagedonk niemand overleden zonder naasten. Ook bij de bewoners die tijdens de lockdown ‘gewoon’ stierven, niet aan corona, mocht familie waken. ,,Ik denk dat we erin zijn geslaagd het altijd menselijk te houden’’, zegt de manager. Maar, tekent ze aan, dat het tijdens de eerste golf goed is gegaan, wil niet zeggen dat dit ook nu weer het geval zal zijn.
Dat beseffen de bewoners rond de sjoelbak ook. ,,Van corona zijn we nog niet af’’, zegt mevrouw Dielemans beslist, terwijl ze een oogje op haar concurrente aan de sjoelbak houdt. Ze krijgt bijval van haar buurvrouw. ,,Dat virus komt terug, sowieso.’’ Of ze daar bang voor zijn? Mevrouw Van Dongen schudt haar hoofd. ,,We worden hier toch goed verzorgd? Wat komt, dat komt.’’