Zoals elk jaar gaan de bedragen voor de verkeersboetes ook in 2021 weer omhoog. De overheid spreekt van een inflatiecorrectie van zo’n 1,6 procent. De meeste bekeuringen worden tussen de vijf en tien euro duurder.
Minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus heeft in een brief aan de Eerste en Tweede kamer de verkeersboetes en snelheidsboetes van 2021 gepresenteerd. TopGear kreeg het overheidsdocument in handen en nu is dus duidelijk wat je volgend jaar gaat betalen voor verkeersovertredingen en snelheidsboetes.
Zoals elk jaar zijn de bedragen weer iets gestegen. Ingrijpende wijzingen zijn er niet, het gaat vooral om een jaarlijkse inflatiecorrectie. Volgend jaar stijgen de boetebedragen met ongeveer 1,6 procent. Vorig jaar was dat nog 2,7 procent. De bedragen onder de 100 euro worden afgerond op een veelvoud van 5 euro. Bij boetebedragen boven de 100 euro worden ze afgerond op een veelvoud van 10 euro, met uitzondering van de snelheidsboetes.
Om een paar voorbeelden te geven: Onnodig linksrijden kost momenteel 140 euro en dit wordt 150 euro. Het vasthouden van een telefoon kost nu nog 240 euro, maar dit gaat volgens het voorstel 250 euro kosten. Parkeren op een invalidenparkeerplaats kost 400 euro. Daar komen uiteraard de administratiekosten nog bij.
* Als er geen bedragen achter staan, betekent dit dat deze overtredingen worden bepaald door de officier van justitie.