In lijn met de versoepelingen van de coronamaatregelen neemt de angst voor het virus onder Nederlanders af. We wassen nog wel regelmatig onze handen en niezen in de elleboog, maar verkoudheidsklachten zijn voor veel mensen geen reden meer om binnen te blijven of zich te laten testen. Ook wordt het steeds lastiger om ons aan de 1,5 meterregel te houden, blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de GGD’en.
Mensen ervaren ook minder angst en somberheid dan in de beginfase van de coronapandemie, komt naar voren uit het derde gedragsonderzoek. Ze durven meer naar buiten te gaan en gaan ook vaker op bezoek bij familie en vrienden. Ook als die op leeftijd zijn of kampen met gezondheidsproblemen. Doordat Nederlanders elkaar meer opzoeken, neemt ook het gevoel van eenzaamheid af. Als blijkt dat huisgenoten of mensen met wie men in contact is geweest besmet zijn, is er nog steeds grote bereidheid om zich twee weken te isoleren.
Het RIVM stipt aan dat, naarmate we elkaar meer ontmoeten, de noodzaak om de maatregelen die nog wel gelden te blijven opvolgen niet kleiner wordt. Zo is er, ondanks dat het naleven van de hygiëneregels gelijk blijft, nog wel ‘winst te behalen’. Vooral op het gebied van het handen wassen, constateert het RIVM. In de helft van de gevallen dat mensen hun handen grondig zouden moeten wassen, gebeurt dit ook. Uit het onderzoek blijkt ook dat minder vaak lukt om afstand te houden. Dat geldt op het werk en in de supermarkt, maar ook op visite.
Nu iedereen zich sinds 1 juni kan laten testen, werd ook aan de deelnemers gevraagd of ze dat zouden willen. Van de personen zonder verkoudheidsklachten gaf 67 procent aan dat te zullen doen zodra ze klachten krijgen, maar van de groep die daadwerkelijk klachten heeft zegt slechts 29 procent daartoe bereid te zijn. Ook daaruit blijkt dat de angst voor het virus vervaagt. Als reden om zich niet te laten testen, wordt door deze groep vaak aangegeven dat zij hun klachten niet aan het virus wijten.