Een wetswijziging moet het mogelijk maken dat ex-Nederlanders hun Nederlandse nationaliteit, die ze door langdurig verblijf in het buitenland waren verloren, alsnog kunnen terugeisen. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald in een baanbrekende uitspraak.
Nederlanders met een dubbele nationaliteit die langer dan tien jaar buiten de Europese Unie verblijven en niet op tijd een nieuw paspoort aanvragen, verliezen nu automatisch hun Nederlandse nationaliteit. Het Europees Hof van Justitie oordeelde vorig jaar maart al dat per geval moet worden gekeken of dit redelijk is, aangezien iemand die zijn Nederlandse paspoort verliest vanzelfsprekend ook geen onderdeel meer uitmaakt van de Europese Unie. Dit betekent dat de persoon niet meer zonder restricties naar Europa kan reizen of zich daar kan vestigen voor werk of studie.
Dat de Nederlandse wet ruimer moet worden toegepast omdat anders niet wordt voldaan aan de Europese norm (waaruit het ‘evenredigheidsbeginsel’ voortkomt) is ‘op zichzelf al zeer baanbrekend’, zegt immigratiejurist Arend van Rosmalen. ‘Nooit eerder oordeelde een rechter dat de bevoegdheid tot het teruggeven van een nationaliteit rechtstreeks kan worden gebaseerd op het EU-recht.’
Heldere uitspraak
‘Het is een heel heldere uitspraak’, zegt ook advocaat Bram van Melle, gespecialiseerd in nationaliteits- en vreemdelingenrecht. ‘De Raad van State stelt dat onder de huidige regeling geen ruimte wordt geboden om individuele omstandigheden mee te wegen. Daarvan wordt nu gezegd: dat kan niet. Die ruimte moet er wel komen, maar is zeker niet onbeperkt.’
Om aanspraak te maken op teruggave van het Nederlanderschap moet iemand volgens de Raad van State kunnen aantonen dat hij gevolgen ondervindt ‘die in de sfeer van het Unierecht liggen’. Het gaat daarbij om rechten die iemand ontleent aan het wonen in de Europese Unie.
De band die iemand ervaart met Nederland of de hechte contacten die hij in het land onderhoudt met vrienden zullen bij de beoordeling door de rechter nadrukkelijk geen rol spelen. De rechter zal bovendien alleen kijken naar de gevolgen op het moment dat iemand het Nederlanderschap verloor of dat de tienjarentermijn verliep. Gevolgen die na die tijd optreden, zullen bij de beoordeling geen rol spelen.
De wetswijziging zal naar verwachting versneld worden ingevoerd, nadat beide Kamers hiermee hebben ingestemd.
Tjebbes-arrest
De uitspraak van de Raad van State is gebaseerd op zes zaken van (voormalige) Nederlanders, allen in het bezit van een andere nationaliteit, die door onvoorziene omstandigheden hun Nederlanderschap verloren – in de meeste gevallen omdat ze niet op de hoogte waren van de tienjarenregeling. Eén van hen is een in Canada geboren Nederlandse vrouw, naar wie dit arrest – het Tjebbes-arrest – is vernoemd.
Marika Tjebbes, kind van een geëmigreerde Nederlandse vader en een Canadese moeder, koesterde in 2014 de wens om te werken en wonen in het land waar haar roots liggen en waar ze als kind een tijdlang heeft gewoond: Nederland. Maar tot haar verbazing kreeg ze op de Nederlandse ambassade te horen dat haar nationaliteit onherroepelijk was verlopen, omdat ze niet tijdig een nieuw paspoort had aangevraagd. De minister van Buitenlandse Zaken zal de zaak van Marika Tjebbes, alsmede die van de vijf andere aanvragers, komende zes weken onderzoeken alvorens de rechter zich hier opnieuw over buigt.
Immigratiejurist Arend van Rosmalen, die Tjebbes bijstaat, raadt ex-Nederlanders die een nieuwe aanvraag willen doen aan zich ‘heel goed voor te bereiden, omdat het aankomt op specifieke situaties’.
Lees ook
Eerder oordeelde het Europees Hof van Justitie al over deze zaak. De Nederlandse regeling is weliswaar niet in strijd is met het Europees recht, zo oordeelde het Hof, maar in bepaalde gevallen zal wel onderzocht moeten worden wat de gevolgen zijn van het nationaliteitsverlies.