Inwoners van negen landen waaraan Nederland ontwikkelingshulp geeft, zoals Jordanië en Mali, mogen vaker studeren in ons land. Het kabinet trekt 10 miljoen euro uit om zo’n 845 extra studiebeurzen uit te delen.
Het geld wordt gestoken in beurzen die Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken aanbiedt. Met de kapitaalinjectie kunnen 120 studenten een masteropleiding in Nederland volgen en 725 een korte cursus doen. Er waren al beurzen voor 1400 masters en 7200 cursussen beschikbaar
Het extra geld komt tot 2022 bovenop de 30 miljoen euro voor beurzen die nu jaarlijks beschikbaar is. Het is de eerste concrete maatregel van het nieuwe beleid dat minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking eind mei ontvouwde.
Thuisland
Het helpt uiteraard de betreffende landen, maar ook Nederland om internationaal effectief te kunnen zijn
De studenten die een opleiding of cursus in Nederland volgen, moeten die kennis uiteindelijk in hun thuisland inzetten. Ze krijgen daarom beurzen voor opleidingen in waterbeheer, voedselzekerheid, gelijke rechten voor mannen en vrouwen en de ontwikkeling van de rechtsstaat.
Volgens Nuffic-directeur Freddy Weima krijgen studenten die in Nederland hebben gestudeerd later vaak belangrijke functies in hun thuisland. ,,Daarmee dragen ze bij aan de ontwikkeling van hun land.”
Nederland steekt al 66 jaar geld in beurzen waarmee studenten uit ontwikkelingslanden in ons land kunnen studeren. De beurzen voorzien in de behoefte aan ‘kennis en kunde’ in landen in het Midden-Oosten, de Sahel en de Hoorn van Afrika, stelt Kaag. ,,Bijvoorbeeld op het terrein van voedselzekerheid en water, waarin Nederland excelleert.”
Netwerk
Omdat de studenten na hun opleiding aan de slag gaan bij de overheid, maatschappelijke organisaties of de private sector, wordt volgens Kaag ‘een waardevol netwerk’ opgebouwd. ,,Dat helpt uiteraard de betreffende landen, maar ook Nederland om internationaal effectief te kunnen zijn.”
Het geld komt ten goede aan studenten uit Jordanië, Libanon, Egypte, de Palestijnse gebieden, Ethiopië, Mali, Burkina Faso, Nigeria en Niger.
‘Goeie melkkoeien, die wil Nigeria ook’
Esther Ewaoluwagbemiga (25) uit Nigeria studeert fokkerij en genetica aan Wageningen Universiteit.
,,Ik dreef mijn moeder tot wanhoop met de mededeling dat ik na mijn bachelor verder wilde studeren in het buitenland. Ooit zei mijn professor dat de van oorsprong Nederlandse Holstein-Friesian-koeien de hoogste melkproductie hebben. Ik ben dol op koeien én ik ben dol op melk. Vanaf dat moment wilde ik per se in Nederland studeren, maar mijn ouders konden dat niet betalen. Ik heb me toen aangemeld voor een beurs. Uiteindelijk heeft Nuffic me geselecteerd voor een beurs. God heeft mijn gebeden verhoord. Het was de mooiste dag van mijn leven.
Ik ben nu een jaar in Nederland en het voelt zo goed om hier te zijn. Ik vind het geweldig dat het land zo veilig is – ik kan zonder problemen op elk moment van de dag op straat lopen. En ik vind fietsen superleuk, ik heb dat hier pas geleerd.
Ik studeer fokkerij en genetica aan de Wageningen Universiteit. Ik heb daar bewust voor gekozen, omdat ik denk dat het potentieel van Afrikaanse koeienrassen nu niet helemaal wordt benut.
Het is een enorm voorrecht om hier te zijn. Ik had nooit durven dromen dat ik nu aan de beste landbouwuniversiteit ter wereld zou studeren. Soms moet ik mezelf echt even knijpen.
Als ik weer terug ben in Nigeria, wil ik Nigeriaanse meisjes en vrouwen motiveren om te gaan studeren en ze duidelijk maken dat ze zich niet de standaarden van ons land moeten laten opleggen. Ik wil ook mijn kennis delen met kleine boeren, die daarmee hun melkproductie kunnen verhogen. We hebben in Nigeria nu geen goede fokprogramma’s en geen goed veevoer. Maar dat kunnen we wel krijgen, en dat zal ons ook lukken. Ik wil daar graag het verschil maken. En mijn moeder? Die is zó blij dat dit lot op mijn pad is gekomen.”
‘Zo’n echte rechtsstaat wil ik ook voor Ghana’
Emmanuella Kwamee (27) uit Ghana doet de master mensenrechten, gender en conflict aan het International Institute for Social Studies (ISS) in Den Haag.
,,De eerste maanden in Nederland kwam er zo veel op me af dat ik het overweldigend vond. Ik moest wennen aan het academisch niveau, aan de omgangsvormen, het eten en aan het weer. Een grappig verschil tussen Ghana en Nederland vind ik de zonsondergang. Die is hier laat in de zomer en vroeg in de winter. Dat moesten ze echt even aan me uitleggen toen het op een zomerdag om acht uur ’s avonds nog licht was; in Ghana gaat de zon altijd vroeg onder.
Inmiddels vind ik het heerlijk in Nederland. Dit is een echte rechtsstaat. En dan woon ik ook nog eens in Den Haag, de internationale stad van vrede en recht.
In Ghana werkte ik bij de televisie en deed ik vrijwilligerswerk bij een hulporganisatie die zich richt op seksuele gezondheid van jongeren. Ik doe hier de master mensenrechten, gender en conflict aan het International Institute for Social Studies (ISS) in Den Haag. Ik heb daarvoor gekozen omdat de rechten van mensen – met name vrouwen – en de mate van armoede waarin ze leven cruciale factoren zijn die de ontwikkeling van Ghana belemmeren. Ik wil niet claimen dat ik na deze opleiding de wijsheid in pacht heb en alle oplossingen weet, maar ik denk dat mijn kennis wel kan helpen.
Ik heb met deze beurs een unieke kans gekregen, dat besef ik goed. Na mijn afstuderen kan ik of nog een jaar stage lopen bij een internationale organisatie in Nederland, of ga ik terug naar Ghana. Daar ga ik dan een baan zoeken waarin mijn kennis nodig is. Ik wil me ook inzetten om schendingen van mensenrechten en de genderongelijkheid in Ghana aan te kaarten.
In de huidige regering van Ghana zitten ministers die ook in Den Haag hebben gestudeerd. Ik heb nog een lange weg te gaan, maar voor mij is dat zeker een toekomstdroom.”